LES 1: Bouw van het oog

Hulporganen van het oog

De ogen liggen beschermd in oogkassen in de schedel. In de oogkassen rusten ze op vetkussentjes die ervoor zorgen dat de ogen beveiligd zijn tegen schokken. Rond het oog bevinden zich enkele beschermende structuren. De meest opvallende zijn de wenkbrauwen, deze beletten dat zweet van het voorhoofd in de ogen vloeit. Elk oog heeft ook een bovenste ooglid en een onderste ooglid. Door te knipperen met deze oogleden wordt het traanvocht verspreid en worden stofdeeltjes naar de binnenste ooghoek afgevoerd. Op de rand van het bovenste en onderste ooglid bevinden zich de wimpers. Deze haartjes beschutten de ogen tegen fel licht en beschermen ze tegen inwaaiend vuil. Boven elk oog ligt een traanklier die constant traanvocht afscheidt dat via de afvoerkanaaltjes op het oog terecht komt. Dankzij het traanvocht blijft de oogbol vochtig en wordt stof verwijderd. In de binnenhoek van het oog wordt overtollig traanvocht in traankanaaltjes opgevangen en via het traanzakje en traanbuisje naar de neusholte afgevoerd. De afscheiding van traanvocht gebeurt normaal reflexmatig doordat het hoornvlies droger wordt maar het kan ook gestimuleerd worden door een chemische prikkel (denk maar aan het snijden van een ui of een stofje dat je in je oog krijgt).

Hulporganen van het oog

  • playlist_addEen derde oogvlies?

    Veel dieren hebben – naast de twee oogleden die je ook bij de mens terugvindt - nog een derde ooglid, knipvlies genoemd. Het is een dunne huidplooi, die diagonaal over de oogbol schuift. Het knipvlies verspreidt het traanvocht over het hoornvlies en helpt zo om het oog vochtig te houden. Bovendien beschermt het tegen overdreven zonlicht. Vogels kunnen tegen het zonlicht invliegen met de ogen open: ze moeten geen zonnebril dragen! Het knipvlies staat in verbinding met een spier achter de oogbol. Als je aandachtig je ogen in de spiegel bekijkt, merk je de restanten op van dat vlies in de binnenhoek van elk oog.

    Het knipvlies van een maskerkievit

De oogspieren

Je kan je ogen naar boven, onder, links en recht bewegen of zelfs helemaal ronddraaien. Probeer het maar eens! Dit kan door de oogspieren die de oogbal vasthechten aan de oogkas. Er zijn vier rechte en twee schuine oogspieren. De oogspieren werken samen en fixeren de ogen zo op een specifiek fixatiepunt.

Oogspieren
De oogspieren hechten de oogbol vast aan de oogkas en maken beweging mogelijk.

  • playlist_addHoe kijk je scheel?

    Deze mevrouw kijkt scheel. Je kan dit expres doen maar bij sommige mensen is dit effectief een afwijking. Bij hun zijn de oogspieren niet in staat het oog te richten op het fixatiepunt. De ogen kijken dan niet in dezelfde richting en we spreken van scheelzien of strabisme.

    De oplossing kan heel eenvoudig zijn. Men kan het goede oog afdekken zodat de oogspieren van het schele oogje geoefend worden. Soms is een operatie echter noodzakelijk. Hierbij gaat de dokter het aanhechtingspunt van enkele oogspieren op de oogbal aan passen.

De Delen van de oogbol

Bekijk deze video: daarin worden de delen van het oog besproken.

Het harde oogvlies

Het witte deel dat je ziet van je oog behoort tot het harde oogvlies. Dit is het eerste vlies van de 3 oogvliezen waaruit onze ogen bestaan. Het harde oogvlies bestaat uit stevig, wit bindweefsel dat het oog vorm geeft en de tere interne delen van het oog beschermt. De oogspieren zijn bovendien aan dit hard oogvlies vastgehecht. Vooraan is dit vlies volledig transparant en dun zodat licht binnen in het oog geraakt. Dit transparante deel van het harde oogvlies wordt het hoornvlies genoemd.

Dwarse doorsnede van de oogbol.

Het vaatvlies

Onder het harde oogvlies ligt het 2de oogvlies: het vaatvlies. Het vaatvlies bevat veel bloedvaten waardoor het een voedende functie heeft voor het oog. Dit vaatvlies splitst vooraan in het oog in een eerste deel dat het straallichaam met de accommodatiespier bevat en een tweede deel: de iris of het regenboogvlies. Het straallichaam houdt de elastische en transparante ooglens op zijn plaats via de lensbandjes. Deze delen zijn samen belangrijk voor de scherpstelling van beelden zoals in les 2 duidelijk zal worden. De iris is het gekleurde gedeelte van het oog. De kleur ervan wordt bepaald door de hoeveelheid pigment dat aanwezig is. Heb je bruine ogen dan is er veel pigment aanwezig in je iris. Heb je blauwe ogen dan heb je weinig pigment. Het regenboogvlies verdeelt het gebied voor de lens in 2 delen namelijk de voorste oogkamer en de achterste oogkamer. Beide kamers zijn gevuld met helder vocht dat water, zouten, suikers en eiwitten bevat. In de iris bevindt zich ook een opening, de pupil. Hierdoor kan licht in het oog binnen. De hoeveelheid licht dat binnenkomt via de pupil wordt gereguleerd door de iris en wordt uitgelegd in les 2. Het gedeelte van het oog achter de lens wordt opgevuld door een doorzichtige geleiachtige massa die het glasachtige lichaam wordt genoemd. Dit geeft ook structuur aan de oogbol.

Dwarse doorsnede van de oogbol.

  • playlist_addRode ogen

    Albino eekhoorn

    Albino kangoeroe

    Albino egel

    Albino’s zijn dieren die geen pigmenten meer produceren dus ook niet meer in hun ogen. De oogjes van albino’s zijn rood maar hoe bekomt men dit rood kleurtje in de ogen? Wel deze kleur verkrijgt men door de bloedvaten die aanwezig zijn in het oog. Deze kleuren de ogen rood.

Het netvlies

Het derde en binnenste oogvlies is het netvlies. Dit is de lichtgevoelige laag die aan de buitenzijde afgelijnd is met pigmentcellen. Deze absorberen het licht dat niet geabsorbeerd wordt door de zintuigcellen of fotoreceptoren. Er zijn twee types fotoreceptoren namelijk de staafjes en de kegeltjes. Staafjes detecteren licht terwijl kegeltjes kleuren detecteren. De verdeling van beide types doorheen het netvlies is verschillend. Er komen ongeveer 100 miljoen staafjes en 10 miljoen kegeltjes voor in het netvlies. De staafjes liggen meer aan de buiten zijde terwijl de kegeltjes centraler gelegen zijn. Beide types fotoreceptoren kunnen geprikkeld worden indien er licht op invalt. De prikkel wordt doorgegeven via de zenuwcellen uit het netvlies aan de hersenen. Deze prikkel komt tot in de hersenen door de oogzenuw waarin alle zenuwcellen verenigd liggen. In de hersenen wordt deze prikkel dan verwerkt. Hoe dit precies gebeurt ontdek je verder in les 2 en 3.

Het netvlies

Detailfoto van het netvlies

Een elektromicroscoptische foto van de fotoreceptoren in het netvlies van het oog. De staafjes zijn de grote structuren. De kleine structuren zijn de kegeltjes.

  • playlist_addNetvliesloslating

    Het netvlies kan loskomen van de binnenkant van de oogbol. Dit noemt men netvliesloslating of ablatio retinae. Het start meestal doordat het glasachtig lichaam krimpt en loskomt van het netvlies. Dit leidt ertoe dat de persoon in kwestie wazig, troebel of lichtflitsen ziet. Soms laat komt het glasachtig lichaam niet volledig los van het netvlies en trek het hierdoor scheurtjes in het netvlies. Doordat het glasachtig volledig of onvolledig loskomt kan ook het netvlies loskomen van de oogbol. Dit is zeer gevaarlijk vermits dit tot acute blindheid kan leiden. Een operatie is dan ook noodzakelijk. Hier trachten plaatsen het netvlies terug op zijn plaats en herstellen ze eventuele scheurtjes.

  • play_arrowGriezelige katten
  • playlist_addEen beetje meer licht graag!

    De ogen van deze kat lijken wel licht te licht te geven.

    Uit het vorige filmpje weet je dat ze eigenlijk geen licht geven maar licht reflecteren. Dit is mogelijk door de aanwezigheid van het zogenaamde tapetum lucidum. Dit is een lichtreflecterende laag van cellen direct achter of soms in het netvlies van nachtdieren. Door de reflectie van het licht komt er meer licht op de fotoreceptoren waardoor deze dieren beter kunnen zien in het donker. Naast katten beschikken nog tal van andere dieren over een tapetum lucidum zoals o.a. herten, koeien, leeuwen, wasberen, enz.

Op de plaats waar de oogzenuw het oog verlaat bevinden zich geen zintuigcellen, dat is de blinde vlek. Op het netvlies bevindt zich ook de gele vlek. De gele vlek is het gebied van het netvlies dat recht tegenover de pupil ligt. De gele vlek is de lichtgevoeligste zone van het netvlies en bevat enkel kegeltjes die in dit gebied zeer geconcentreerd zijn. Er liggen namelijk 150 000 kegeltjes per mm2 op deze plaats.

  • infoTest het zelf: vind je blinde vlek!

    Ga op een meter van het scherm zitten. Sluit je linkeroog en fixeer je op het kruisje. Terwijl je je blijft fixeren op het kruisje beweeg je je nu rustig naar het scherm toe. Wat zie je?.

    Ga opnieuw op een meter van je scherm zitten en sluit je linker oog. Fixeer je op het kruisjes en beweeg naar je scherm toe. Wat zie je. Hoe hebben je hersenen gecorrigeerd?

Oefening blinde plaat

Hieronder vind je een figuur en een tabel. Het is de bedoeling dat je bij wijze van herhaling bepaalt welk cijfer en welke letter bij elkaar horen. Veel succes!

Cijfer Term Beschrijving / Functie
A Voorste oogkamer Ruimte tussen het hoornvlies en de pupil gevuld met transparant vocht.
B Glasachtig lichaam Geleiachtige transparante massa die in het midden van de oogbol vult en stevigheid biedt.
C Wenkbrauw Beschermt ogen tegen zweet of water dat in de ogen zou kunnen stromen.
D Traanklier Kliertje boven het oog dat traanvocht produceert om het oog vochtig te houden en te beschermen tegen vuil.
E Oogkas Holte in de schedel waarin de ogen vastgehecht zitten via spieren. De oogkas biedt het oog bescherming.
F Hoornvlies Transparant voorste deel van harde oogvlies waardoor lichtinval in he oog.
G Lensbandjes Kleine draadjes die de lens vasthechten aan het straallichaam en zo meehelpen in het scherp stellen van de lens.
H Lens Rubberachtige, flexibele en transparante structuur waardoor het licht gebroken wordt om het beeld scherp te stellen.
I Blinde vlek Plek op het netvlies waar alles zenuwuiteinde van het netvlies samen komen. Op deze plek bevinden zicht geen fotoreceptoren. Hier ben je in principe blind.
J Onderste ooglid Onderste huidplooi die het oog vochtig helpt te houden en beschermt tegen vuil.
K Netvlies Lichtgevoelige laag die staafjes en kegeltjes bevatten di geprikkeld worden door licht inval.
L Traanbuisje Buisje die het traanvocht afvoert naar de neus.
M Straallichaam Lichaam dat via de lensbandjes verbonden is aan de lens en deze op zijn plaats houdt. Het bevat ook de accommodatiespier die een rol heeft in het scherp stellen van de lens.
N Wimpers Haartjes op de oogleden die aanwaaiend vuile en eventueel water tegenhouden.
O Gele vlek Lichtgevoeligste plek van het netvlies die enkel kegeltjes bevat.
P Bovenste ooglid Bovenste huidplooi die het oog vochtig helpt te houden en beschermt tegen vuil.
R Harde oogvlies Buitenste witte rigide laag die het oog zijn vorm geeft.
S Iris (Regenboogvlies) Gekleurd vlies van het oog dat hoeveelheid licht die binnenkomt reguleert.
T Traanzakje Zakje waar traanvocht van de ogen in wordt opgevangen om het daarna af te voeren naar de neus.
U Oogzenuw Bundeling van de uitlopers van alles zenuwcellen aanwezig in het netvlies van het oog. Deze transporteert een prikkel van het oog naar de hersenen.
V Vaatvlies Vlies tussen het harde oogvlies en het netvlies dat van vele bloedvaatjes is voorzien. Dit vlies heeft een voedende functie.
W Achterste oogkamer Kamer tussen de iris en de lens die gevuld is met transparant vocht.
X Pupil Opening in de iris waardoor licht binnen valt in het oog.
Y Traankanaaltje Kanaaltje aan de binnenste ooghoeken gelegen die traanvocht afvoeren vie het traanzakje en het traanbuisjes naar de neus.